De psycholoog en hersenwetenschapper Haidt stelt dat onze moraal, en
daarmee politieke voorkeur cultureel bepaald is en waarschijnlijk
zelfs aangeboren is. Hij vond in onderzoek dat in elke cultuur
morele opvattingen bestaan op de volgende terreinen:
zorg en bescherming (wat beschouwen we als gevaarlijk, wat als veilig, wie verdient zorg en bescherming, wie moet die geven, wat en wie beschouwen we als kwetsbaar en hoe moet je daar mee omgaan, waar en onder welke omstandigheden voel je empathie en wat doe je daar mee)
loyaliteit (groepsbinding: wie hoort er bij ons en wie niet, met wie werk je samen, wanneer mag je wie uitsluiten, ?)
autoriteit (wie is er boven en wie is er onder, wie is aan wie eerbied verschuldigd, en hoe ga je om met die verschillen)
rechtvaardigheid (hoe zijn de verdelingen geregeld, welke verplichtingen gelden er voor wie, wat is een goede en rechtvaardige uitwisseling)
reinheid (integriteit van het lichaam (bijvoorbeeld wat mag je in je lichaam (en dat van een ander) steken, waar wel en waar niet, wie wel en wie niet, wie beslist daarover), wat beschouw je als gezond/ongezond, wat wekt walging, wat is schaamtevol, wat is heilig, wat is kuis en wat onkuis, welke lusten moet je onderdrukken en hoe, hoe ga je om met impulsen)
De morele matrix
Allereerst merkt Haidt op dat morele oordelen heel wat verder gaan dan alleen oordelen over rechtvaardigheid. Op elk van deze terreinen hebben mensen stevige opvattingen. Die opvattingen komen niet voort uit een rationele afweging van belangen (sorry Kant), maar zijn intuïtief, geworteld in ons onbewuste brein.
zorg en bescherming (wat beschouwen we als gevaarlijk, wat als veilig, wie verdient zorg en bescherming, wie moet die geven, wat en wie beschouwen we als kwetsbaar en hoe moet je daar mee omgaan, waar en onder welke omstandigheden voel je empathie en wat doe je daar mee)
loyaliteit (groepsbinding: wie hoort er bij ons en wie niet, met wie werk je samen, wanneer mag je wie uitsluiten, ?)
autoriteit (wie is er boven en wie is er onder, wie is aan wie eerbied verschuldigd, en hoe ga je om met die verschillen)
rechtvaardigheid (hoe zijn de verdelingen geregeld, welke verplichtingen gelden er voor wie, wat is een goede en rechtvaardige uitwisseling)
reinheid (integriteit van het lichaam (bijvoorbeeld wat mag je in je lichaam (en dat van een ander) steken, waar wel en waar niet, wie wel en wie niet, wie beslist daarover), wat beschouw je als gezond/ongezond, wat wekt walging, wat is schaamtevol, wat is heilig, wat is kuis en wat onkuis, welke lusten moet je onderdrukken en hoe, hoe ga je om met impulsen)
De morele matrix
Allereerst merkt Haidt op dat morele oordelen heel wat verder gaan dan alleen oordelen over rechtvaardigheid. Op elk van deze terreinen hebben mensen stevige opvattingen. Die opvattingen komen niet voort uit een rationele afweging van belangen (sorry Kant), maar zijn intuïtief, geworteld in ons onbewuste brein.
We hebben vaak fysieke reacties bij
afbeeldingen of opmerkingen die niet stroken met hun opvattingen: ze
walgen, ze worden er misselijk van. Mensen hebben niet alleen
verschillende opvattingen op elk van deze terreinen, ze verschillen
ook van mening over het relatieve belang van die terreinen.
Progressieven hechten bijvoorbeeld gemiddeld meer aan
rechtvaardigheid en zorg. Conservatieven geven de categorieën een
meer gelijk gewicht en hechten relatief minder belang aan
bescherming en aan rechtvaardigheid. Haidt noemt dat morele
diversiteit.
Conservatieven en progressieven verkeren als het ware in parallelle werkelijkheden. Haidt trekt de vergelijking met de film The Matrix. Hij bepleit een dialoog buiten wat hij noemt de morele matrix waar we in gevangen zitten. Die dialoog begint met het erkennen van de fysieke en emotionele geworteldheid van onze moraal. Erkenning van die emoties en dat we daar maar weinig vat op hebben is een begin in het morele (en dus het politieke) debat. Die emoties zijn vaak gekoppeld aan het verschil in gewicht tussen de categorieën, dat verdient erkenning. Een conservatief kan over zijn nek gaan van "vieze" plaatjes en praatjes, terwijl de progressief iets heeft van "dat moet je zelf maar weten". Pas daarna kun je per categorie het over de inhoud gaan hebben.
Diversiteit
Haidt stelt dat onze hersenen al een geneigdheid , een "bedrading", hebben als we geboren worden. Die bedrading kan gemeten worden met vijf indicatoren, ook wel de grote vijf van persoonlijkheidskenmerken genoemd. Het gaat dan om :
extravert versus introvert
rustig versus onrustig
ordelijk versus wanordelijk
meegaand versus dominant
behoudend versus vernieuwend.
Haidt stelt dat behoudzucht, wantrouwen en angst voor verandering typisch zijn voor mensen met een conservatieve kijk op de wereld. Openmindedness, vertrouwen en nieuwsgierigheid zijn typisch voor een meer progressieve kijk. Je politieke voorkeur is daarmee minder een vrije keuze en meer aangeboren (zie ook http://www.edge.org/3rd_culture/haidt07/haidt07_index.html , en http://www.edge.org/3rd_culture/morality10/morality.haidt.html(ook met een filmpje).
Haidt stelt dat de moraal en deze mindsets nuttig zijn voor de groepsvorming. Gedurende de evolutie hebben beide types "overleefd" . In deze spreiding zit dus waarschijnlijk een overlevingsvoordeel. Samen zorgen samen voor sociale cohesie zo blijkt uit de speltheorie, het is een kwestie van sociale entropie. Openheid en vertrouwen garanderen vernieuwing en snelle ontwikkelingen. Als openheid, vertrouwen en hulpvaardigheid een tijd de overhand hebben gehad, bestaat het risico van free-rider-gedrag. Sommige mensen gaan misbruik maken van het vertrouwen van de anderen. Het is dan weer tijd voor meer wantrouwen, orde en bestraffing. De tijd is dan rijp voor conservatieve orde.
De spreiding in morele oriëntatie, de morele diversiteit, zorgt voor een soort politieke golfbeweging die de stabiliteit van de maatschappij, de groep, bevordert. Morele diversiteit is dus in ons aller voordeel. We zouden daar met meer respect mee om kunnen gaan en zinvoller dialogen kunnen ontwikkelen. Minder op de man spelen en meer begrip en respect voor elkaars morele positie dan het huidige politieke debat is Haidts advies.
Wie zijn eigen morele brein wil onderzoeken, dat kan op http://www.yourmorals.org/
Kijk voor meer op:
over Haidt http://en.wikipedia.org/wiki/Jonathan_Haidt
http://www.ted.com/talks/jonathan_haidt_on_the_moral_mind.html
over de aangeboren moraal lees:http://www.nytimes.com/2007/09/18/science/18mora.html?_r=1&pagewanted=all
Conservatieven en progressieven verkeren als het ware in parallelle werkelijkheden. Haidt trekt de vergelijking met de film The Matrix. Hij bepleit een dialoog buiten wat hij noemt de morele matrix waar we in gevangen zitten. Die dialoog begint met het erkennen van de fysieke en emotionele geworteldheid van onze moraal. Erkenning van die emoties en dat we daar maar weinig vat op hebben is een begin in het morele (en dus het politieke) debat. Die emoties zijn vaak gekoppeld aan het verschil in gewicht tussen de categorieën, dat verdient erkenning. Een conservatief kan over zijn nek gaan van "vieze" plaatjes en praatjes, terwijl de progressief iets heeft van "dat moet je zelf maar weten". Pas daarna kun je per categorie het over de inhoud gaan hebben.
Diversiteit
Haidt stelt dat onze hersenen al een geneigdheid , een "bedrading", hebben als we geboren worden. Die bedrading kan gemeten worden met vijf indicatoren, ook wel de grote vijf van persoonlijkheidskenmerken genoemd. Het gaat dan om :
extravert versus introvert
rustig versus onrustig
ordelijk versus wanordelijk
meegaand versus dominant
behoudend versus vernieuwend.
Haidt stelt dat behoudzucht, wantrouwen en angst voor verandering typisch zijn voor mensen met een conservatieve kijk op de wereld. Openmindedness, vertrouwen en nieuwsgierigheid zijn typisch voor een meer progressieve kijk. Je politieke voorkeur is daarmee minder een vrije keuze en meer aangeboren (zie ook http://www.edge.org/3rd_culture/haidt07/haidt07_index.html , en http://www.edge.org/3rd_culture/morality10/morality.haidt.html(ook met een filmpje).
Haidt stelt dat de moraal en deze mindsets nuttig zijn voor de groepsvorming. Gedurende de evolutie hebben beide types "overleefd" . In deze spreiding zit dus waarschijnlijk een overlevingsvoordeel. Samen zorgen samen voor sociale cohesie zo blijkt uit de speltheorie, het is een kwestie van sociale entropie. Openheid en vertrouwen garanderen vernieuwing en snelle ontwikkelingen. Als openheid, vertrouwen en hulpvaardigheid een tijd de overhand hebben gehad, bestaat het risico van free-rider-gedrag. Sommige mensen gaan misbruik maken van het vertrouwen van de anderen. Het is dan weer tijd voor meer wantrouwen, orde en bestraffing. De tijd is dan rijp voor conservatieve orde.
De spreiding in morele oriëntatie, de morele diversiteit, zorgt voor een soort politieke golfbeweging die de stabiliteit van de maatschappij, de groep, bevordert. Morele diversiteit is dus in ons aller voordeel. We zouden daar met meer respect mee om kunnen gaan en zinvoller dialogen kunnen ontwikkelen. Minder op de man spelen en meer begrip en respect voor elkaars morele positie dan het huidige politieke debat is Haidts advies.
Wie zijn eigen morele brein wil onderzoeken, dat kan op http://www.yourmorals.org/
Kijk voor meer op:
over Haidt http://en.wikipedia.org/wiki/Jonathan_Haidt
http://www.ted.com/talks/jonathan_haidt_on_the_moral_mind.html
over de aangeboren moraal lees:http://www.nytimes.com/2007/09/18/science/18mora.html?_r=1&pagewanted=all